Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als nu de bouwlieden den grond van des HEEREN tempel legden, zo stelden zij de priesteren, [22]aangekleed zijnde, met trompetten, en de Levieten, Asafs zonen, met cimbalen, om den HEERE te loven, naar de [23]instelling van David, den koning van Israel. 22. Te weten, met de priesterlijke klederen. 23. Hebreeuws, naar de handen; dat is [gelijk sommigen verstaan], met psalmen, die David gemaakt en daartoe verordineerd had. Zie 2 Kron.5:13, en 2 Kron.29:27, en vergelijk 1 Kron.16:7, enz.